Vaderverstoting

Ouderverstoting en de minderheid van zorgende vaders

  • In de praktijk blijkt nog steeds het patroon van de man als kostwinner en de vrouw als hoofdverzorgende van de kinderen de overhand te hebben in onze maatschappij (NRC 28-7-2017)

Door dit traditionele patroon zullen kinderen na echtscheiding meestal hun hoofdverblijf bij de moeder hebben. Bij vechtscheidingen leidt dit soms tot minder of geen contact tussen kinderen en hun vader.

  • Een strafrechtadvocaat – en verstoten vader – stelt voor om ouderverstoting strafbaar te stellen. (NRC 28-7-1017 en RTL Late Night 26-7-2017)

Vanuit een gevoel van onmacht verzint een jurist een juridische oplossing om de macht van de moeder in te perken. Hij voelt zich zo onmachtig, dat hij op televisie hetzelfde doet als wat hij strafbaar vindt, nl. ouderverstoting.

 

Ik krijg er kippenvel van. Wat er hier gebeurt, is dat een vermeende oplossing wordt aangedragen voor een probleem. Voor welk probleem is dit een oplossing?

In het geval van deze specifieke advocaat zou het de oplossing moeten zijn voor het probleem dat zijn ex-vrouw het contact tussen zijn kinderen en hem onmogelijk maakt. Ik kan mij erg goed voorstellen dat hij dat probleem opgelost wil zien en dat zou voor zijn kinderen ook veel beter zijn. In dit specifieke geval denk ik niet dat zijn televisieoptreden een oplossing dichterbij brengt, overigens.

In het algemeen gaat het dus over het probleem dat in een vechtscheiding het contact tussen de ouders zo slecht is, dat de kinderen betrokken worden in de strijd en de ouders elkaar niet alleen als partner, maar ook als ouder proberen de tent uit te vechten. En dat is het eigenlijke probleem, want kinderen kunnen een scheiding gezond verwerken, mits zij niet betrokken worden in ongezonde gevechten. Een kijkje op villapinedo.nl illustreert meer dan genoeg wat het effect is op kinderen van gevechten tussen ouders, laat staan van gevechten waar de kinderen onderdeel van uitmaken. In het stadium van de scheiding zelf is het ontzettend belangrijk om het uit elkaar gaan als partners los te zien van het gezamenlijk voort te zetten ouderschap. Natuurlijk is dat verschrikkelijk moeilijk, zeker als het over de verdeling van de zorg van de kinderen gaat.

De ‘zorgende vader’ is nog altijd in de minderheid. De uitgangspositie bij de meeste scheidingen is dus zo dat de moeder gewend is meer voor de kinderen te zorgen dan de vader. Als de ouders – of een van hen – dat na de scheiding anders wil(len) invullen, kan dat spanningen geven. Bijvoorbeeld: de traditioneel minder zorgende vader die ‘nu ineens’ co-ouderschap wil, kan bij de moeder stuiten op rancune. Waarom kon dat tijdens de relatie niet en nu ineens wel? Of: de minder zorgende vader is bang dat de moeder de macht heeft om hem het contact met zijn kinderen te ontzeggen, en wil vanuit die angst een perfect gelijke verdeling van de zorg.

Het gaat dan helemaal niet meer om de kinderen en wat het beste voor hen is, maar het gaat om de evenwichtsbalans, machtsbalans misschien zelfs, tussen de partners. Dat niet onderkennen kan het begin van het ontstaan van een vechtscheiding zijn.

Dat is wat ik meeneem uit deze onverkwikkelijke discussie: dat het van levensbelang is om als mediator te helpen om het onderscheid te maken tussen partnerschapskwesties en ouderschapsinvulling. En streng te bewaken dat er realistisch naar de zorgverdeling wordt gekeken, vanuit de gedachte dat die voor de kinderen optimaal moet worden, los van hoe ‘gelijkelijk’ die verdeling tussen de partners uitpakt. Uiteraard met aandacht voor de gevoelens van onmacht en frustratie.

Zo probeer ik mijn steentje bij te dragen.